Elk jaar opnieuw merk ik dat de herfst iets met me doet. Ik voel me kwetsbaarder en heb er meer deugd aan van me terug te trekken.
Zoals de zon zich terugtrekt en de energie en sapstroom in de natuur doet verminderen, gebeurt dat ook in mij.
De herfst lijkt een soort (om)keerpunt te maken nà de zomer…
Hij maakt een einde aan het naar buiten gericht zijn. In de natuur is dat fysiek zeer herkenbaar en vanzelfsprekend. Het begint me te dagen dat dit ook op de niet-zichtbare niveau’s speelt: Ik word me dan meer gewaar hoe je energie besteedt aan- en in relaties en aan het ‘naar buiten treden’, hoe je jezelf kwetsbaar maakt als je daarin evenveel van jezelf blijft vragen als op de momenten dat je energie hoog en zomers is.
( Jaren geleden nam ik enkele keren deel aan een Stilteretraite in India. Ook daar viel het me nadien veel sterker op hoeveel een contact met een ander teweegbrengt. Ik was me veel bewuster gewaar van die aanwezigheid van de ander, en van de neiging tot gaan praten om die innerlijke spanning of opwinding te sussen. )
De drive om dingen te ondernemen wordt door het ritme van de herfst in vraag gesteld. Als je dan hetzelfde wil blijven kunnen en doen dreigt het een ‘moeten’ te worden.
Met die ‘to do’-lijstjes vraag ik teveel van mezelf. Ooit vergeleek mijn fasciatherapeut dit met een hele rits ‘post-it’ –jes die overal op én in je lijf zijn gekleefd…
Daar hou ik niet meer van.
Ik begin te vermoeden dat ‘ het vallen van de bladeren” vooral tot het depressieve leidt als ik mijn manier van leven niet afstem op de energie en het ritme van de herfst.
Heel mooi en waar. Ik wou het afprinten om af en toe te herlezen maar dat is me niet gelukt.
Dag Karin, ik ben er echt blij mee dat jij die tekst zo graag leest. Jammer dat je die niet kon uitprinten.
Ik zal die een dezer dagen met plezier aan je doormailen.