Deze Corona-stilte, deze beperking aan activiteiten en prikkels, maken het ook stiller in mijn hoofd. Hier geldt de ‘less is more’ helemaal.
Ik kom meer in de diepte en rijkdom van een ervaring. In plaats van mezelf, onbewust, op te stellen als degene die beïnvloedt, merk ik nu het cadeau van het ‘laten gebeuren’, van het beïnvloed worden en van me bewust te verenigen met die beïnvloeding.
Terwijl ik buiten zit is er zoveel dat ik tot mij kan laten komen: het licht van de zon, de merel die zoetgevooisd mijn oren streelt, de zingende vleugelslag van de duif die over me heen vliegt, de poes op mijn schoot. Nu ik volop in die ervaring ga word ik zowel de poes die zich geeft aan mijn schoot als mijn schoot die zich geeft aan de poes.

In deze versobering hoor ik een gierende motor passeren. Terwijl dit me anders stoort, voel ik me nu verbonden met die motorrijder en met het plezier of de levensenergie van waaruit hij de rit onderneemt.
Ik waardeer het geluid van de ambulances die regelmatig passeren en voel respect voor de grote inzet van wie ermee rijdt.

Wat een rijkdom, nu ik, met die beperking aan prikkels en actie, mijn zintuigen mag openen, ja zelfs mijn zintuigen mag worden. Zodra het denken en de betekenisgeving stopt, zodra het ervaren het overneemt, ontstaat er zo’n verbondenheid met wat me omgeeft. Dankbaar en vervuld.